Zelfstandigheid leren we al van kleins af aan. Als we ongeveer 1,5 jaar oud zijn wordt ons al geleerd om zelf te eten en te drinken, en iets later leren we om onze eigen jas en schoenen aan te doen. Elke fase helpt ons naar een volwassenen en zelfstandiger leven.

Als we ouder zijn neemt onze zelfstandigheid weer af en hebben we weer meer hulp nodig van zorgverleners en de mensen om ons heen. We raken onze zelfstandigheid dan beetje bij beetje weer kwijt. 

Zelfstandigheid heeft alles te maken met onafhankelijkheid. Ben je zelfstandig dan kan je het alleen en heb je geen hulp nodig van anderen, je kan je eigen keuzes maken, voelt je verantwoordelijk en kan zelf je problemen oplossen. 

De weg naar zelfstandigheid is een balans vinden tussen beschermen en loslaten en daarbij is vertrouwen erg belangrijk. Vertrouwen in je kind op weg naar de volwassenheid, maar ook vertrouwen in jezelf, dat jij het zelfstandig kunt. 

Zelfstandigheid levert je veel op. Want als je dingen zelfstandig wilt doen dan denk je zelf na, leer en ontdek je nieuwe dingen en stimuleer jij jouw creativiteit en vindingrijkheid. Soms is daar geduld en doorzettingsvermogen voor nodig.

Ben jij zelfstandig dan maak jij je eigen vrijheid groter. Je daagt jezelf uit en hebt geen hulp van anderen nodig en dat maakt je slimmer, trotser en zelfverzekerder, je krijgt er meer zelfvertrouwen van.